De cursus noemt "Your winning plan".
Deze cursus wou de auteur (GM Igor Smirnov) zelf opzetten.
Eerst zocht hij zijn inspiratie bij anderen.
De auteur streeft naar een eenvoudige opzet.
Om een plan te maken moet je eerst de positie kunnen evalueren.
Er bestaan veel handleidingen die een 5 tot 10-stappen aanbieden.
Dit alleen nog maar om de positie te evalueren!
En dan moet het plan nog komen!

Dit klinkt nogal dubieus.
Is dit wel betrouwbaar?
Dit is dan nog de uitleg van grootmeesters!
Klinkt toch veel te zwaar voor een eenvoudige schaker.
Smirnov vraagt zich iets terecht af.
Of de grootmeester die dit aanbood zelf deze handleiding volgt.
Hij gelooft van niet.
Daarom wil hij weergeven wat een GM echt denkt.
Wat een grootmeester denkt is veel eenvoudiger meent hij.


Een beetje terug in de tijd:
Smirnov zegt dat toen hij 14 jaar oud was hij al een IM was.
Hij was al erg goed.
Maar enkele dingen begreep hij niet.
Zoals hoe zijn coach, een grootmeester, vele zetten kon vooruit kijken.
Hij kon de zetten voorspellen.
Dit kon Smirnov niet, dat vond hij vreemd.
De grootmeester begreep de positie veel beter.
Hoe komt dit?
Hij had veel betere planvaardigheden (planning skills).
Als je jouw plan en het plan van de tegenstander kent heb je volledige controle over de positie.
Als gevolg hiervan kan je de voortzetting in de partij vele zetten van vooruit voorspellen.

Het geheim zit hem dus in het plan.
Een goed plan ontstaat uit een goed strategisch begrip.
Een karakteristiek van spelers met een norm (FM, IM, GM) is dat ze een goed strategisch begrip hebben.
Hierdoor kunnen ze goed plannen.
Vele spelers zijn hier niet zo goed in.


We zien een voorbeeld: zwart is aan zet.


Dit is een fragment uit de partij Nezhmetdinov-Polugaevsky.
Wat zou jij doen?
a) Zou jij ook kort rokeren?
b) Zou jij de pion of b2 nemen?
Dit leidt echter in beide gevallen tot onduidelijke situaties:
b) 20...Dxb2 21.a4 en wits toren komt actief (21...bxa4 22.Tab1 verliest dan zelfs een loper)
a) 20...0-0 21.Ph5 met wederzijdse kansen
We gaan nog eens goed kijken naar de positie.
Een goed plan is een aanval uitvoeren met een stuk die geen tegenvoeter heeft.
We moeten vooral gebruik maken van stukken die geen tegenvoeter hebben.
Zwart heeft een loper op b7.
Deze kijkt naar het veld g2.
Zwart heeft ook een halfopen lijn (g-lijn).
Het paard op g3 verhindert een dubbele aanval op g2.
Hiernaar gaan we een aanval uitvoeren.
Daarom 20...h5 en een koningsaanval
20...h5 21.Tae1 h4 22.Df2
(valt f7 aan en vermijdt 22.Ph1)
22...Td7 23.Pe2 h3 24.gxh3 Txh3
(zwart heeft een beslissende aanval en een gewonnen positie)
25.Pg3 Dd5 26.Lb6 Le5
(dreigt beslissend 27...Lxg3, zwart heeft beslissend voordeel)


In het voorbeeld won zwart snel en makkelijk, door zijn correct plan.

Bij het maken van een 'plan' denken vele spelers na over afzonderlijke tactische operaties.
Of over enkele hun gekende positionele regels.
Dit is dan hun plan in de gegeven positie.
MAAR DIT IS ECHTER GEEN PLANNING!
HET ZIJN KLEINE OPERATIES.
Hoe we een plan zullen maken en wat je in een partij moet denken zal je zien in de volgende filmpjes.

Dit zal jou veel verbetering bezorgen.

Enkele aanbevelingen (tips):
1) Je moet een plan kennen (hebben) voor de partij!
=> Je moet weten welke opening je wil spelen!
==> Als je jouw opening kent weet je meestal al een beetje wat je gaat/moet doen.
===> gekende opening = gekende middenspelposities (pionnenstructuren)
2) Je moet een plan maken als je niet weet wat te doen.
=> zoek het juiste plan, niet de juiste zet
==> Je mag niet zomaar een juiste zet uitvoeren, je moet een juist plan uitvoeren.



We zien een Spaanse partij.
Een zeer complexe positie voor deze opening.
Het stamt uit de partij Karpov-Andersson.
Hier is een plan héél belangrijk want Spaans is een strategische opening.

Hier moet je goede planvaardigheden (planning skills) hebben.
Het gaat hier veel minder over individuele zetten.
Dit is meer het geval in tactische openingen.
Daar elk foutje fataal kan zijn.
Het is belangrijk dat je de positie goed begrijpt. Hiermee hebben veel spelers problemen.

Voorbeeld voortzetting: 16.Pg3
(wit wil aanvallen op de koningsvleugel)
=> Zwart speelt echter 16...c4 en zwart valt aan op de damevleugel.
==> Oei! Nu denkt wit weer na over de volgende zet, dit is niet goed.
====> Je moet niet kijken naar een goede zet maar naar een goed globaal plan.
======> We hebben dus een slechte zet gedaan en niet naar een plan gekeken.
We moeten voor een goed plan te maken kijken naar het centrum.

Beoordeling van de positie:
Het centrum (d4-e4-e5-d5)is gesloten.
Er is geen mogelijkheid om daar iets te ondernemen.
We kunnen dus ofwel aanvallen op één van de flanken.
We hebben de keuze tussen de damevleugel en de koningsvleugel.
Wit heeft kansen op de koningsvleugel, daar heeft hij meer ruimte.
Zwart heeft kansen op de damevleugel, daar heeft hij meer ruimte.
Wit heeft meerdere goede zetten in zijn plan.
Maar geen beste zettenvolgorde.

Een goede formulering van welk plan te maken:
Aangezien het centrum gesloten is moet ik aanvallen langs de flank.
Er is geen mogelijkheid om aan te vallen op de damevleugel.
Zwart is daar immers sterker.
Daarom moet ik de koningsvleugel gebruiken.
We hebben een gesloten centrum.
Daarom moet ik de pionnen gebruiken voor de aanval.
Mijn tegenstander zal vermoedelijk tegenaanvallen op de damevleugel.
Daarom dien ik daar de positie daar te sluiten.

Hierna kan ik kijken om mijn stukken en pionnen dichter bij de zwarte koning te brengen.
Een goede zet is bvb. 16.Pe3 (of 16.Pg3). En hierna het paard op f5 plaatsen.
Ik kan ook 16.g4 spelen en hierna 17.Pg3.

Zoals je ziet is er geen goede zet.
Er is wel een goed plan en verschillende manieren hoe dit plan kan worden verwezenlijkt.

Een goede zet is dus zwarts plan eerst te vertragen met 16.c4.
Dit werd gespeeld door Karpov.
Het sluit de positie op de damevleugel.
Dit houdt zwarts aanval op. Zwart heeft minder ruimte en kan geen progessie meer maken.
Na deze zet kan wit aanvallen op de koningsvleugel.
En zijn stukken naar deze flank brengen.

Er volgde 16...Tfb8 17.Pe3 Lf8 18.Pf5
Als we een plan gemaakt hebben kunnen de volgende zetten snel volgen.
18...Pd8

Een goede manier hoe wit hier kan nadenken:

In overeenstemming met ons plan moeten we pionnen gebruiken voor onze aanval.
De zet g4-g5 doet niet zoveel, zwart kan het paard immers gewoon verplaatsen.

Wit kan de f-pion opspelen, zo kunnen we de positie openen.

Vanwege deze reden speelde wit 19.Ph2

Zoals je ziet komen de zetten voort uit het plan, niet omgekeerd.
Als je jou enkel focust op jouw plan is het makkelijker om de juiste zetten te vinden.
19...Pe8
(zwart wil pion e5 verdedigen met ...f6)
20.h4
Dit is niet per sé de beste zet.
Het is de beste zet om het plan te realiseren.
20...f6 21.h5 (verzekert de positie van Pf5) 21...Pf7 22.Te3
Wit brengt zijn stukken naar de koningsvleugel.
Hierna zette wit voort met Tg3 en won.

In het voorbeeld zien we dat wit wint met zijn aanval door verzwakkingen uit te lokken.
Een voorbeeld hiervan is Ph2 om f4 te spelen (verzwakking uitlokken met pionnen).

Belangrijk in flankaanvallen is met pionzetten verzwakkingen uitlokken.
Nadat we verzwakkingen (pionzetten) hebben uitgelokt bij de tegenstander: herevalueren.
We zijn verplicht om ons plan bij te stellen.
Stukken moeten er altijd bij gebracht worden!

3) Zoek niet naar de juiste zet (in een gesloten positie).
Zoek naar het juiste (of een goed) plan.
En voer dit plan ook uit!

=> Je moet een plan maken als je niet weet wat gedaan.
==> Je moet een plan maken na de opening.

In de opening moet je als plan hebben je stukken te ontwikkelen.
Natuurlijk helpt het om openingstheorie te kennen.
Dus nog niet denken aan een specifiek plan in de opening.
Daarom starten we meestal met een plan te maken vroeg in het middenspel.
MAAR!
Je moet een aanvalsplan maken, geen verdedigingsplan.
Het aanvalsplan is jouw wegwijs door de positie!
Manoeuvers, afruilen, het centrum, open lijnen zijn ondergeschikt aan het plan.
Je moet een plan maken na de opening.
Je moet 5 à 15 minuten gebruiken op je klok om je plan te maken.
Nadat je jouw plan gemaakt hebt moet je sneller beginnen spelen.

4) Wanneer een positie wijzigt moet je jouw plan aanpassen
=> Wanneer wijzigt een positie?
---> a) Na een afruil
---> b) Na een pionzet



We waren aangekomen in deze positie.
Zwart speelde
22...Pg5 23.Ph4 Dd8 24.Tg3 Pc7
Deze zetten veranderden nog niet veel aan de positie.
25.P2f3 Zwart speelde een pionzet: 25...h6
Een pionzet.
Dit is een signaal dat wit moet kijken om zijn plan te wijzigen.
Je moet jezelf afvragen:
'Is mijn plan nog steeds goed of moet ik enkele aanpassingen maken?'
Zwart heeft een pionzet gedaan (25...h6).
Dit verzwakte de witte velden op de koningsvleugel.
Het geeft wit een nieuw aanknopingspunt voor zijn aanval.
Wit kan proberen om deze zwakke velden (f5 en g6) te bezetten met zijn paarden.
Het is ook goed om zwarts witveldige loper af te ruilen.
Deze is immers de hoofdverdediger van zwarts zwaktes.
Daarom moet wit het manoeuvre Lc2-d1-g4 spelen.
Wit slaagde in al deze ideëen na de nodige voorbereiding.

Niet alle pionzetten of afruilen wijzigen de positie.
Maar meestal wel dan niet.
Daarom is een goede tip om altijd te denken over jouw plan.
En de juiste aanpassingen te maken.
Dit wanneer de tegenstander een pionzet doet of een afruil.
WANNEER EEN PLAN MAKEN?
1) Je moet een plan maken voor aanvang van de partij
(welke opening zal ik spelen?)
2) Je moet een plan maken als je niet weet wat gedaan
3) Je moet een plan maken na de opening
4) Wanneer de positie wijzigt
(pionzetten van tegenstander of afruil)
moet je aanpassingen maken aan jouw plan.

Hoe maak ik een winnend plan?
Je moet proberen het juiste plan te vinden.
Er zijn 2 aanbevelingen om een plan te maken:
1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten
2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen.
(een richting kan ook een object zijn, een aanvalsdoel)
Dit denkschema is heel goed gedurende een praktische partij.

We bekijken aanbeveling 1 diepgaander:
Je kan in 3 richtingen aanvallen:
1) Het centrum
2) De koningsvleugel
3) De damevleugel
Meer algemeen moet je jouw aandacht vooral op het centrum richten.

Het centrum is het belangrijkste deel van het bord.
Gecentraliseerde stukken hebben meer activiteit dan de stukken van de tegenstander. Het bezetten van het centrum is belangrijk als criterium of een flankaanval zal kunnen doorslaan of niet.
=> ALS JE KAN AANVALLEN IN HET CENTRUM, DOE DIT!

Zwart is aan zet.
Dit is een standaardpositie in het Siciliaans.
Zwart heeft zijn ontwikkeling voltooid.
Nu moet hij dus kijken voor een middenspelplan.
Er zijn veel mogelijkheden in de positie.
- hij kan de c-lijn gebruiken
- hij kan de b-pion opspelen
- hij kan zijn centrale pionnen opspelen
- hij kan 13...Pd7 spelen om zijn loper op g7 te activeren
Het is dus moeilijk om het juiste plan te maken.
We gaan de nieuwe regel toepassen:
Als je kan aanvallen in het centrum, doe dit dan!

De zwartspeler kende deze regel en paste ze toe.
Zwart richt eerst zijn stukken naar het centrum. Het kennen van het centrale concept en het toepassen is zeer belangrijk!
13...Tfd8
(Dit bereidt ...d5 voor)
14.Dd2 Dc7
Dit is een profylactische zet.
Een zet als voorzorgsmaatregel.
In sommige gevallen dreigt wit immers een aftrekaanval (bvb. Pd5)
Dit halen we er dus best uit.
15.Tac1
(een alternatief is 15.Tad1, dit past meer in het centrale plan)
Wit kent het centrale plan wel. Maar onderschatte de kracht van zwarts plan.
15...e5
Zwart start zijn aanval in het centrum.
16.b3 d5
De zet 16...d5 is een logische voortzetting van zijn plan.
Zwart kreeg het initiatief en een zeer veelbelovende positie.
Dit omdat hij het juiste plan vond.
17.exd5
(17.bxc4 is slecht vanwege 17...dxe4; dit wint een stuk terug en vernietigt de witte positie)
17...e4
Al zwarts zetten zijn gericht op het centrum.
Geheel volgens plan.


Als wit hier een natuurlijke zet doet als 18.Pxe4 volgt er 18...Pxd5 19.bxc4 Pe3 20.Dxe3 Ld4
met een winnende positie voor zwart)
Zwart domineert het gehele bord.
Zwart domineert in alle varianten.
Gecentraliseerde stukken zijn immers veel actiever.

In de partij volgde er
18.dxc4 exf3
Wit heeft een nieuw probleem.
Hij heeft talrijke zwaktes.
Het is heel moeilijk om zo'n positie in de praktijk te verdedigen.
Zwart won de partij heel snel.

SAMENVATTING VAN HET CENTRALE PLAN
1) richt je stukken naar het centrum
(probeer er meer te richten naar het centrum)
2) breek de positie open in het centrum met breekzetten door pionnen
Doordat je meer centrale controle over velden hebt (en meer stukken gebruikt) zal de centrale aanval doorslaan.

Een aanval in het centrum is krachtiger dan een flankaanval.
=> als je in het centrum kan aanvallen, doe dit dan!
Vanuit het centrum kunnen we immers meer velden controleren.
Deze controle geeft ons betere kansen en meer controle.
De controle over het plan van jouw tegenstander en jouw plan = 100% controle over de positie!

In bovenstaande positie is wit aan zet.
Een normale zet is iets als 21.Dd2
Wit speelde echter 21.Ph5
Wit probeert een aanval op de koningvleugel.
Er volgde 21...Ta1 22.Dxa1 Ta8
Zwart neemt de controle over de open lijn over met tempowinst.
23.Dc1 Pc5
Zwart start de tegenaanval tegen wits centrum.
24.Tg1 Pe7
(de e-pion is nu aangevallen)
We zien nu ook duidelijk wits achtergebleven c-pion). 25.Peg3
Wit gaat voort met zijn plan.
Hij richt de stukken naar de koningsvleugel.
Een goed antwoord op een flankaanval is een tegenstoot in het centrum.

25...d5 26.e5 Pe4
27.Kh2 Tc8 28.Pe4 dxe4

Wits flankaanval is mislukt.
De volgende zet won zwart de c-pion.
En won de partij snel.
Mede doordat zwart in het centrum domineert.
=> Gouden regel: beantwoordt een flankaanval steeds met een tegenstoot in het centrum
(indien dit mogelijk is) Zwart zijn aanval in het centrum slaat door.
Wits aanval sloeg niet door.

Is het centrum belangrijk?
Is het noodzakelijk om pionnen in het centrum te plaatsen?
Neen, dit is niet noodzakelijk.
Het is wel minstens belangrijk dat je het centrum bestrijkt met stukken.
Een partijkvoorbeeld: het Nimzo-Indisch

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.e3 b6 5.Pf3 Lb7

Zwart heeft nog steeds geen ...d5 of ...c5 gespeeld.
Zwart heeft geen pionnen in het centrum.
Maar heeft wel gelijk spel!
Hij bestrijkt immers het centrum met zijn lichte stukken.
Hiervoor gebruikt hij Pf6 en Lb7 direct en Lb4 indirect.
(zodat wit geen baas is over veld e4)
Indien zwart de centrale velden genoeg bestrijkt,
kan wit geen progressie maken in het centrum.
De positie is dus ongeveer gelijk.
In een latere fase kan zwart zijn invloed verhogen met een eventueel ...d5 of ...c5.
Hij hoeft dus niet te panikeren!

Centrum? Koningsvleugel? Damevleugel?
Als je kan aanvallen in het centrum doe dit dan!
Probeer eerst en vooral controle te krijgen over de centrale velden.
Daarna kunnen we het centrale plan toepassen.
Dit is een aanval in het centrum.
Hoe passen we dit centrale plan toe?
Wat is het doel in het centrumplan?
Er zijn 2 manieren om voordeel te krijgen in het centrum:
1) zet jouw aanval in het centrum verder
1a) creëer een vrijpion en speel deze vooruit.
(vrijpion = pion die niet meer kan gestopt worden door een andere, vijandelijke pion)
1b) breek door de positie van jouw tegenstander
en start een directe aanval op zijn koning
of plaats een directe aanval op materiaal

Wit heeft een voordeel in het centrum.
Hij bezit een sterk pionnenduo op d4 en e4.
Wit creëert een vrijpion in het centrum:
14.d5 exd5 15.exd5 La6
16.d6 (vrijpionnen moeten opgespeeld worden!)
16...Dd7 17. Lxa6 Pxa6 18. Te1
De vrijpion op d6 is een doorn in zwarts oog.
De pion beheerst de velden c7 en e7.
De vrijpion op d6 is een doorn in zwarts oog.
De pion beheerst de velden c7 en e7.
Het levert bovendien een steunpunt voor je eigen stukken.
18...c4 19. Dd5 Pc5 20. Te7
Een verdergevorderde pion:
1) geeft extra ruimte voor de eigen stukken
2) beperkt de activiteit van de vijandelijke stukken.
3) zorgt voor steunpunten voor de eigen stukken.

Wit bezet de centrale velden.
Normaal is het motto: als je in het centrum kan aanvallen, doe dit.
Hij kan echter geen verdere vooruitgang meer maken.
Je kan je aanval wel door de centrale dominantie richten naar de flank.
We zien een voorbeeld, wit heeft centrale dominantie.
Zwart kan hier niks aan doen.
We kunnen dus zonder zorgen onze aandacht verleggen naar de flank.
20. g4 a6 21. Df2 (plan h4 + g5)
21...b5 22. Dxc5 Pc4 23. Lh7+ Kxh7 24. Dxf8
Wit won materiaal en later de partij.

1) Als het centrum gesloten is.
(beide partijen hebben een pionnenketen in het centrum)
2) Als je al een voordeel (dominantie hebt in het centrum).
3) Als je genoeg controle hebt in het centrum hebt
(de centrale velden)
(dit laat de tegenstander niet toe om langs daar aan te vallen)
(dit is de moeilijkste situatie)

Wit heeft voldoende controle over het centrum.
Dit moet goed geëvalueerd worden alvorens tot deze conclusie te komen!
Zijn flankaanval is gerechtvaardigd.
11. h4
(zijn flankaanval is correct - genoeg centrumcontrole)
11...Dc7 12. Pg5 d5
13. f3
(bereidt g4+h5 voor en verstevigt het centrum)

Het is heel belangrijk dat je jouw centrale positie behoud.
Zelfs als je een flankaanval uitvoert.
Zelfs als je langs een flank aanvalt.
13...Tad8 14. g4 dxe4
15. fxe4
(wit houdt de centrale positie gesloten)
15...h6 16. Df3 (een tactisch trucje, nu slaan van het witte paard zou de h-lijn dodelijk openen voor zwart) 16...Le7 17. c3 Pd7
18. Ph3
(bereidt Pf2 voor)
18...Pc5 19. Pf2 b5
Zwart kan niet meteen iets doen (sterk wit centrum).

20. g5 h5
21. Pf5!
(soms moet je offeren om door de vijandelijke verdediging te geraken)
21...gxf5 22. exf5 (dreigt 23. f6) 22...f6
23. g6
(dreigt Dh5-h7)
23...Pxg6 24. fxg6 Lxg6 25. Tg1 e4 26. dxe4 Kh7
(nu kan wit tactisch toeslaan)
27. Txg6 Kxg6 28. Df5+
(wint Pc5 en de partij.) Wit nam genoeg maatregelen.
1) hij verstevigde het centrum
2) hij hield de centrale positie gesloten
3) hij viel effectief aan met pionnen (nam ruimte)
4) hij ondersteunde zijn aanval met stukken
5) hij onderhield genoeg controle over het centrum.
6) hij offerde zich indien nodig door de vijandelijke positie

1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten
2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen.
(een richting kan ook een object zijn, een aanvalsdoel)
De 1ste stap hebben we al bekeken. Dit was de centrumaanval:
Als je kan aanvallen in het centrum, doe dit dan.
Flankaanval?
1) Als het centrum gesloten is.
2) Als je al een voordeel (dominantie hebt in het centrum).
3) Als je genoeg controle hebt in het centrum hebt
(de centrale velden)
(dit laat de tegenstander niet toe om langs daar aan te vallen)
=> nu weten we waar we moeten aanvallen
Het is sterk gerelateerd met het de term centrum.
Er zijn verschillende soorten centrum.
Dit zijn we in de volgende filmpjes.

Er zijn 5 soorten centrum:
1) Open centrum
(geen pionnen centrum)
2) Gesloten centrum
(beide spelers hebben een pionnenketen in centrum)
3) Statisch centrum
(beide spelers hebben 1 of 2 pionnen in het centrum)
(dit is een kruising tussen een open en een gesloten centrum)
4) een pionnencentrum
(1 speler heeft een pion(nen) in het centrum, de andere niet)
5) Dynamisch centrum
(de pionnenstructuur in het centrum is nog niet gedefinieerd)

Regels:
1) als je kan spelen in het centrum, doe dit dan
2) Het is belangrijk om controle te hebben over de centrale velden
(met stukken of pionnen)
=> Val aan in het centrum en bezet het met stukken

Stap 1: Val aan in het centrum en bezet het met stukken
Stap 2a: blijf aanvallen in het centrum
Stap 2b: breng jouw stukken over naar een flank

Wit is aan zet.
De positie is niet geheel open.
Wit offert een toren voor een loper (de kwaliteit).
Zo creëert hij een zwakte.
Deze valt hij aan met zijn stukken (de zwakte e6).
Alle stukken worden erbij gebracht.
Wit verlegt na de dominantie zijn spel naar een flank.
Wit besluit aan te vallen op de koningsvleugel.
De aanval slaat door doordat alle stukken meedoen.
De zwarte toren op a8 is maar een kneusje.

Reden 1:
Hij paste het juiste plan toe, bezet het centrum met stukken.
Hierna gebruikte hij zijn dominantie.
Zo kon hij een flankaanval instellen.
Reden 2:
In posities met een open centrum mag je geen pionnen spelen.
Voor een aanvaller is het zinloos.
Voor een verdediger is het gewoon slecht.
De verdedigt immers hierdoor zwaktes.
Het was een grote hulp dat de zwarte pion in het voorbeeld op h6 stond.
Anders was het offer niet gerechtvaardigd!

Hoe aanvallen met een open centrum?
Stap 1: Val aan in het centrum en bezet het met stukken
Stap 2: gebruik jouw sterke centrale positie om aan te vallen op een flank.
!!! Speel geen pionnen !!!
- voor een aanvaller is het zinloos
- voor een verdediger is het gewoonweg slecht
Als je gebruik wil maken van de zwaktes van een tegenstander,
moet je het centrum openen.
Posities met een open centrum zijn tactisch van aard.
Er moet dus flink gerekend worden tijdens het uitvoeren van het plan.

Aangezien het centrum gesloten is
=> geen centraal plan
In dit geval zullen we aanvallen langs een flank.
Maar welke flank?
Kies de flank waar je een voordeel hebt in activiteit.
Of waar je zo'n voordeel kunt krijgen.
Indicatoren:
1) Waar je zo'n voordeel hebt.
2) Waarheen je pionnenketen in het centrum kijkt.

Gebruik pionnen voor je aanval.
Redenen:
Onze stukken kunnen niet goed manoeuvreren langs de flank.
(hebben geen lijnen en diagonalen)
Pionnen kunnen verzwakkingen uitlokken.
De aanvaller moet pionzetten gebruiken.
De verdediger mag pionzetten doen op die flank.
Dit is echter niet altijd goed als verdediger.
De verdediger mag dus pionzetten doen.
De tegenstander heeft een pionketen in het centrum.
Een goed plan is de basis van deze keten aan te vallen.

In een gesloten positie is het moeilijk om zwaktes aan te vallen.
(De stukken kunnen zich immers moeilijk richten)
Daarom moet je geen schrik hebben om zwaktes te creëeren
Dit zowel als aanvaller => vooruit met de pionnen!
Dit ook deels als verdediger als blokkade => maar alleen indien nodig
Gesloten positie
Aanvaller moet pionnen gebruiken (pawn assault)
Verdediger: blokkeren langs deze flank
Wat aanvallen? basis centrale pionnenketen

Wit aan zet.
Hij valt de basis van de tegenstander aan.
Dit is de pion d6.
Diegene met het ruimtevoordeel zal steeds winnen op die flank.
Een goed antwoord van de tegenstander is zijn eigen flankaanval.
Als wit aanvalt op de koningsvleugel => zwart damevleugel.
Als wit aanvalt op de damevleugel => zwart koningsvleugel
Reden: een flankaanval kan de verdediger met minder ruimte niet afwenden.

Zwart is aan zet.
hij kan de kop van de centrale keten van wit aanvallen.
Dit is echter niet zonder risico!

1) Een plan langs de flank waar je meer ruimte hebt.
(waarheen je pionnenketen kijkt)
=> val de basis van de tegenstander zijn pionnenketen aan
=> gebruik je pionnen als aanvaller
====> een verdediger mag dit doen (niet altijd goed!)
=> het is onmogelijk om dit af te remmen
====> plaats een tegenaanval als tegenstander langs andere flank!
2) Een aanval op de kop van de tegenstander zijn keten.
=> het spel is meer gericht op het centrum
=> doel activiteit van de stukkken
=> dit is echter met wat risico
=> dit heeft voordelen en nadelen!

Hoe aanvallen met een open centrum?
Stap 1: Val aan in het centrum en bezet het met stukken
Stap 2: gebruik jouw sterke centrale positie om aan te vallen op een flank.
!!! Speel geen pionnen !!!
- voor een aanvaller is het zinloos
- voor een verdediger is het gewoonweg slecht
Als je gebruik wil maken van de zwaktes van een tegenstander, moet je het centrum openen.
Posities met een open centrum zijn tactisch van aard.
Er moet dus flink gerekend worden tijdens het uitvoeren van het plan.

We hebben al besproken:
- gesloten centrum (+plan) (zie les 3)
- open centrum(+plan) (zie les 4)
Nu gaan we een statisch centrum bekijken.
Voorbeeld: pion d4-d5
We zien dat een statisch centrum een kruising is van een open en een gesloten centrum.
De positie is deels gesloten (d-lijn).
Maar ook deels open of geheel open (c-lijn en e-lijn).
Het te volgen plan is dus ook een kruising tussen:
- het volgen van een plan bij open centrum
- het volgen van een plan bij gesloten centrum

Je moet spelen in het centrum.
ALs je kan spelen in het centrum => doe dit!
Hoe?
1) vecht over controle over de centrale open lijnen
2) plaats jouw stukken op velden die gecontroleerd worden door jouw pionnen
Hieruit volgt:
Wanneer je het reeds het centrum domineert:
- kan je jouw aanval daar voortzetten
- kan je jouw aanval overbrengen naar op een flank
- kan je jouw flankpionnen opspelen (flankaanval)

Wit is aan zet
Er is een statisch centrum
=> gebruik de centrale open lijnen
=> zoek steunpunten voor stukken
Er is een open c-lijn en een open e-lijn
Er is een steunpunt voor beide partijen
Wit: velden c5 en e5
Zwart: velden c4 en e4
PLAN VOOR WIT:
Wit wil een paard plaatsen op e5.
Er is echter nog een verdediger: het paard op c6.
Deze gaan we ondermijnen: daarom Lb5.
Vervolgens worden de stukken erbij gebracht Lastige verdediger worden afgeruild.
Wit krijgt controle over de centrale open lijnen Uiteindelijk dringt hij binnen in de zwarte positie.
En kon hij de verzwakkingen uitbuiten.

BIJ EEN STATISCH CENTRUM:
Vecht voor controle over de centrale open lijnen.
Plaats je stukken op velden die door jouw pionnen worden gecontroleerd.
Wanneer je tegenstander deze zwaktes afdekt.
- doet hij dit best met stukken
- doet hij dit best niet met pionnen
(zo creëert hij immers nieuwe, mogelijk grotere zwaktes in zijn positie)
Het statisch centrum is een kruising tussen:
- een open centrum
- een gesloten centrum
=> gelijkaardige regels gelden voor een statisch centrum

Pionnencentrum?
De ene partij heeft pionnen in het centrum, de andere niet.
Typisch plan voor pionnenpartij:
Diegene met de centrale pion(nen) moet ze gebruiken
=> de centrale pionnen moeten vooruit
==> je krijgt je meer positionele dominantie
Typisch plan voor de partij zonder pionnen:
=> je moet vechten tegen het pion(nen)centrum!!!
(enige plan)
==> mogelijkheid 1: val de pionnen aan en vernietig de pionnen
==> mogelijkheid 2: blokkeer de pion(nen) van de tegenstander (ingeval mogelijkheid 1 niet lukt)

Zwart is aan zet
Wit heeft een pionnencentrum (d4-e5)
1...Lg4 (plan verdediger d4 uitschakelen) 2. Le2 2...Dd7
Zwart maakt optimaal gebruik van de halfopen lijn Dit zal hij doen met dame en toren 3. Dd2 0-0-0
(aanvallen d4) 4. Td1 f6 (pionnenketen aan de kop aanvallen)
5. exf6 Lxf3 6. gxf3 gxf6
Wits centrum is vernietigd
=> nu kan hij probleemloos de witte zwaktes aanvallen
7. 0-0 Lc5 (aanval op centrum)
==> zwart won de partij
Het spel had een geforceerd karakter

Het is goed om een pionnencentrum te hebben.
Het geeft je een voordeel.
FOUT !!! Een betere regel:
Een pionnencentrum geeft je een voordeel
ALS
je het kan beschermen met stukken!
Anders is het een makkelijk aanvalbare zwakte.
Hoe tegen een pionnencentrum vechten?
Typisch plan voor de partij zonder pionnen:
=> je moet vechten tegen het pion(nen)centrum
==> mogelijkheid 1: val de pionnen aan en vernietig ze
==> mogelijkheid 2: blokkeer de pion(nen) van de tegenstander (ingeval mogelijkheid 1 niet lukt)

Zwart is aan zet
Wit heeft het pionnencentrum.
Zwart heeft de halfopen e-lijn.
Wit wil zijn centrumpionnen opspelen (f3+e4).
Zwart wil het pionnencentrum vernietigen OF de pionnen blokkeren indien vernietigen niet lukt.
Zwarts plan?
Als je kan aanvallen in het centrum, doe het!
1...c5 lukt niet goed
Hij moet met zijn stukken druk zetten op het centrum en het centrum blokkeren.
We weten dus wat wil en zwart willen doen.
Verduidelijking zetten:
1...Pe4 (blokkade)
2. e3 (pionnen opspelen)
2...Pdf6 (anticipeert f3 + e4, voorgaande veldcontrole)
3. Te1 (voorbereiding centrale plan)
3...Lc8 (plan: controleren e4 via f5)
4. f3 (pionnen opspelen)
4...Pxc3 (verdediger e4 uitschaken)
5. Lxc3 5...Lf5 (e4 bestrijken)
6. Dd2 6...h5 (verhindert g4)
7. Te2 (ondersteuning centrum) 7...Dd7 (torens verbinden)
8. T1e1 (ondersteuining centrum) 8...Lh3 (zoeken naar blokkade)
9. Lh1 (loper is verdediger centrum) 9...Te6 (verdubelen torens)
10. e4 (pionnen opspelen) 10...dxe4 (pionnencentrum vernieitigen)
11. fxe4 (pionnencentrum behouden) Het plan blijft dezelfde voor zwart:
Het centrum aanvallen en de pionnen vooruit jagen.
Zo ontstaan er blokkadevelden voor zijn stukken.
11...Tae8 (het centrum aanvallen) 12.Lf3,Lg4
13.Df4 (het centrum handhaven) 11...Lxf3 12.Dxf3
12...De7 (valt het centrum nog eens aan) 13. e5 (gedwongen, pion moet vooruit)
13...Pd5 (blokkade vooruitgeschoven pion) (vernietigen van het centrum kan immers niet)
14. Ld2,Da3 De flankaanval is nu gerechtvaardigd)
Wit heeft immers geen invloed meer in het centrum.
Nu kunnen de damevleugelpionnen aangevallen worden.
Het eindspel is dan winnend voor zwart

Typisch plan voor pionnenpartij:
Diegene met de centrale pion(nen) moet ze gebruiken
=> de centrale pionnen moeten vooruit
==> zo krijg je meer positionele dominantie
===> je kan blijven aanvallen in het centrum
===> je kan de aanval verleggen naar de flank
Typisch plan voor de partij zonder pionnen:
=> je moet vechten tegen het pion(nen)centrum
==> mogelijkheid 1: val de pionnen aan en vernietig ze
==> mogelijkheid 2: blokkeer de pion(nen) van de tegenstander
(ingeval mogelijkheid 1 niet lukt)

1) Een pionnencentrum is sterk
=> als het kan ondersteund worden door stukken
==> hierna kan je verder aanvallen in het centrum
==> of je kan aandacht verleggen naar een flank
=> anders is het zwak
2) De andere partij moet het centrum aanvallen
=> het vernietigen
=> het blokkeren (als vernietigen niet kan/lukt)

1) zet druk op het centrum
2) forceer een pion vooruit
3) blokkeer de pionnen op zwakke velden

1) laat de aanvaller niet toe de positie te openen
2) laat geen centrale aanval toe
3) is gewoonlijk niet gevaarlijk
4) blokkadevelden zijn goede aanvalsvelden
=> aanval
Krachtig spel is geboden om dit te bereiken!!

Dynamisch centrum? Dit is het laatste soort centrumtype Het is niet echt een centrumtype Het centrumtype is nog niet bepaald. Het zal leiden tot één van de gekende centrumtypes. Wat moeten we hiertegen doen? Je moet aanvallen in het centrum Zo kan je één van de voor jou voordelige centrumtypes bekomen. Enkel jouw aandacht op het centrum richten! Pas op met pionzetten aan de flank. Dit zou immers nadelig kunnen zijn indien het centrum opent! De door de pionzetten ontstane verzwakkingen zouden dan bloot worden gesteld!
Wit is aan zet Dit is een gekende theoretisch positie uit het Siciliaans 1.Kh1 (wit past op met pionzetten aan de flank!) Hij zet zijn stukken beter Er zijn immers geen directe dreigingen. Er gebeuren vooral zetten met stukken. Je moet je stukken op de beste velden zetten. Wit speelt in die optiek Lf3, Tad1 Zwart speelt in die optiek ...Te8, ...Lf8 Wit richt zijn stukken naar het centrum. Het is goed om de spanning te behouden (niet meteen ruilen/pionnen doorschuiven) Zo kan de tegenstander iets dubieus doen. De zet Lf2 past goed in die optiek. Bijvoorbeeld een verzwakkende pionzet. De spanning behouden maakt het mogelijk dat de tegenstander mindere zetten doet. Uiteindelijk behoudt wit zijn sterke centrale positie. Zwart speelt langs de damevleugel. Wit blokkeert dit met b3 en een later b4. Uiteindelijk speelt zwart ...g6 (verzwakking koningsvleugel) Wit valt het centrum aan met e5. Zwart speelt ...d5. Het centrum sluit en wit kan ongestoord aanvallen op de koningsvleugel. Wit breekt met f5 Zwarts positie wordt afgebroken. Wit won de partij gemakkelijk.
Bij een dynamisch centrum: 1) moet je aanvallen in het centrum => je probeert een voordelige centrumformatie te bekomen 2) moet je oppassen met pionzetten langs de flank 3) je moet de realisatie van jouw (centrale) plan zorgvuldig voorbereiden. (er is immers geen direct contact tussen de beide legers) 4) moet je de druk (spanning) behouden => dit is praktisch moeilijker voor jouw tegenstander

Er zijn 2 stappen om een plan te maken: 1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten 2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen. (een richting kan ook een object zijn, een aanvalsdoel) De richting van de aanval hebben we reeds gezien: 1) het centrum (dominerende factor) 2) de damevleugel 3) de koningsvleugel Nu gaan we 2 extra ideeen introduceren. 1) je moet de zwaktes van jouw tegenstander gebruiken (dit zijn de objecten, de richting van jouw aanval) 2) je moet jouw voordelen gebruiken (een voordeel is iets dat je hebt en jouw tegenstander niet) (de tegenstander heeft geen tegengewicht en kan het niet opheffen)
Wit is aan zet Wit heeft de pionnenmeerderheid op de damevleugel. Wit heeft 2 pionnen (b3+a2), zwart maar eentje op a7. Wit moet zijn voordeel uitspelen. De pionnen moeten dus vooruit! De goede stukken houdt wit op het bord, de 'slechte' stukken ruilt hij af. Hij richt zijn stukken naar de damevleugel. Wanneer mogelijk gaan er nog pionzetten plaatsvinden. Als de stukken passief staan van de tegenstander komt de doorbraak. Plan was dus hier: een pionnenmeerderheid gebruiken.
1) een ruimtevoordeel 2) een voordeel in activiteit 3) een materiaalvoordeel 4) een stuk zonder tegenvoeter 5) een pionnenmeerderheid 6) ...
Er zijn 2 stappen om een plan te maken: 1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten (centrum/damevleugel/koningsvleugel) 2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen. (extra ideeen:) 3) je moet de zwaktes van jouw tegenstander gebruiken 4) je moet jouw voordelen gebruiken

Er zijn 2 stappen om een plan te maken: 1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten (dit bekeken we in het vorige filmpje) 2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen. (dit zullen we nu bekijken)
Focus jouw aandacht op elk stuk. Zoek hoe dit stuk kan helpen om jouw plan te realiseren. Doe dit beginnend met het zwaarste stuk in dalende volgorde. Dus kijken naar dame,torens,lopers,paarden,pionnen.
Wit is aan zet Het is tijd om een plan te maken. In welke richting moeten we aanvallen? Welk type centrum hebben we hier? Een dynamisch centrum. Het centrum ligt dus nog niet vast. Als je kan spelen in het centrum, doe dit dan. We moeten dus onze stukken richten op het centrum. Zwart heeft zwaktes: a5,b5,b6,d5 en d6. We gaan de witte stukken overlopen. 1) DE DAME: De staat nu op d1 en kijkt naar d6. Een goede plaats voor de dame is f2. Hier heeft hij druk op b6. 2) DE TORENS: Deze moeten naar open lijnen. Halfopen lijnen is ook goed. De d-lijn is hiervoor ideaal. We kunnen daar de torens verdubbelen en druk geven op d5 en d6. 3) DE LOPERS: - de loper op e3 staat goed, hij kijkt naar b6 op een lange diagonaal. - de loper op f3 doet niet veel maar verdedigt stevig de pion op e4 (g4 of e2 kan op lange termijn) 4) DE PAARDEN: - het paard op c3 kan naar d5 of b5 met aanval - het paard op b3 is niet fantastisch, het valt wel a5 aan 5) DE PIONNEN: Het spelen van pionnen is in functie van ons plan. Met ons dynamisch centrum laten we best flankpionnen staan. De enige pion in het centrum is e4 en f4. Pion e4 staat er goed, pion f4 laten we best staan. We wensen immers de spanning in de positie houden.
Stukken die goed staan laten we staan. De andere stukken brengen we naar betere velden. Dit zijn tussenzetten. Focus jouw aandacht op elk stuk en zoek hope elk stuk kan helpen met de uitwerking van jouw plan. Bijkomende vraag: welke afruilen zijn goed in het plan? Goede stukken best niet zelf ruilen. 'Slechte' stukken best wel zelf ruilen. Dit maakt het makkelijker voor jou om te spelen.
We gaan eerst de positie bekijken. Welk type centrum hebben we hier? Een statisch centrum Waar moeten we aanvallen? Dynamisch centrum => aanval in centrum Controle krijgen over open lijnen is belangrijk. Zwaktes? d5 en d6 (objecten van de aanval) Hoe voeren we onze aanval uit? Kijken naar elk stuk. 1) DE DAME Deze staat goed, deze laten we staan. 2) DE TORENS Kunnen we verdubbelen op de d-lijn (aanval op d6). 3) DE LOPERS De lopers op e3 en g2 staan goed 4) HET PAARD Het paard op e2 kan via c3 naar het sterke veld d5 5) DE PIONNEN Speelt wit best niet met de centrale positie. Een goed plan is het ruilen van de witveldige lopers. Zo heeft wit betere controle over d5 en e4. Deze velden kan wit bezetten met stukken. De loper op g7 is slecht. Wit zet zijn stukken beter en ruilt uiteindelijk de lopers met Ld5. Hij won de partij hierna gemakkelijk.
Er zijn 2 stappen om een plan te maken: 1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten 2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen. Extra tips: Als aanvaller: speel jouw pionnen vooruit Als verdediger: speel jouw pionnen niet vooruit Dit geldt voor het domein waar je sterker staat (als aanvaller)
Er zijn 3 stappen om een plan te realiseren: 1) een concentratie van stukken (stukken goed zetten in richting aanval) 2) het creëren van zwaktes in de tegenstander zijn positie 3) breek door de tegenstander zijn verdediging
Focus jouw aandacht op elk stuk. Zoek hoe dit stuk kan helpen om jouw plan te realiseren. Doe dit beginnend met het zwaarste stuk in dalende volgorde. Dus kijken naar dame,torens,lopers,paarden,pionnen. => bekijk de stukken op een geordende manier => bekijk welke afruilen goed zijn
Er zijn 2 stappen om een plan te maken: 1) Je moet de richting bepalen waarheen je jouw aandacht wil richten (waar?) damevleugel/centrum/koningsvleugel Val aan in het centrum als dit kan! => gebruik de zwaktes van de tegenstander => gebruik jouw voordelen 2) Je moet de juiste manier vinden hoe je in die richting wil aanvallen.(hoe?) => focus jouw aandacht op elk stuk en dit op een ordelijke (groot->klein) manier GA DEZE STAPPEN AF EN DEFINIEER JOUW PLAN IN 1 TOT 2 ZINNEN. Dit moet je veel oefenen. ALs je het veel oefent kan je het tegen iedereen toepassen. Grote verbetering zal jouw beloning zijn!

Veel spelers kennen het belang van planning. Toch stellen we vast dat sommige spelers anderen steeds verslaan. Hoe komt dit zou je je kunnen afvragen? Als je kijkt naar de uitslag van een toernooi vind je steeds dezelfden bovenaan in het klassement. Diegenen die bovenaan staan hebben soms wat meer geluk. Maar boven alles beschikken ze over extra vaardigheden (skills). Als de grootmeester een plan heeft realiseert hij deze bovendien met een maximale intensiteit. Hij zet zijn plan door ondanks de moeilijkheden die de uitwerking kunnen brengen.
Wit is aan zet. Hij heeft een koningsaanval langs de koningsvleugel. Langs deze kant doorbreken lukt niet meteen. Hij heeft een halfopen lijn tot zijn beschikking. Een dodelijk aanval op g7 langs deze lijn lukt niet meteen. We gaan eens een ander plan bekijken. Misschien kan hij gebruik maken van de d-lijn. Deze kan hij halfopen(open) maken met dxc5. Deze aanval zal echter ook niet geheel lukken. Wat moeten we dan doen? We moeten één van beide plannen kiezen en deze maximaal doorzetten. Dus met een maximale intensiteit. Als we beide plannen door elkaar zouden gooien, zal geen van beiden lukken. We moeten dus een plan doorzetten tot we er niet verder meer mee kunnen doorgaan. Niet van plan veranderen dus! Geloof in de kracht van jouw plan!
Wit speelt Tg3,Th3 en Th1 (hij wil zijn plan realiseren). Zwart probeert op de damevleugel brokken te maken. Het plan van zwart is ...cxd4 en gebruik maken van de halfopen c-lijn. Sterke spelers voeren hun plan uit met een maximale intensiteit. Dit echter zolang dit kan! We moeten de tegenstander proberen te binden aan ons plan. Zo blijft hij immers verdedigen. Wit speelt uiteindelijk d5,exd5 en Lg5. Het aanvalsdoel h7 wordt deodelijk aangevallen. Wit heeft zich niet laten afleiden. We zeggen niet dat er niets beter was voor zwart. Met een goede verdediging had hij misschien kunnen winnen. Een ander plan was de aanval in het centrum. Dit was objectief gezien zelfs beter. Herinner je jou immers de spreuk: ALs je kan aanvallen in het centrum, doe dit dan!
Als we een plan maken moet het plan ook maximaal concreet zijn. We kijken naar het praktijkvoorbeeld. Wit wil aanvallen langs de h-lijn. En zwart zal even niks doen. 1.Dh4, Ta8 2.Dh6,Tb8 3.Tf4,Ta8 4.Th4 (we stellen vast dat we nog steeds geen plan hebben. met ...Dc7 verdedigt zwart immers alles! Ons plan werkt dus niet! Elk vooropgesteld plan moet een resultaat hebben.
Als je een plan maakt heb je controle over jouw zetten. Dit betekent dus de helft van de totale controle (50%). ALs je het plan van de tegenstander ook kent heb je nog meer controle. Dit is de andere helft van de totale controle (50%). Dus jouw plan (50%) + tegenstander plan (50%) = 100% controle. Je moet dus zeker ook rekening houden met het plan van de tegenstander!
Als je kan aanvallen in het centrum, doe dit dan! Zwart heeft zwaktes op c5 en c6. We moeten echter onze stukken op de goede velden zetten. We moeten ook kijken naar het plan van de tegenstander. Zwart wil mogelijk ...Ld6 spelen met aanval op onze koning. Je moet dus niet alleen jouw plan uitvoeren. We moeten ook het plan van de tegenstander neutraliseren! Dit geeft ons 100% controle. 1.Pe5 (druk op zwarte zwaktes) We verhogen dus de druk op de zwarte zwaktes! We moeten een onduidelijke situatie in een duidelijke situatie proberen om te zetten!
Als je geen plan hebt, verhinder dan het plan van de tegenstander. Compliceer de situatie van jouw tegenstander. Praktijkvoorbeeld. Wit is aan zet. Een aanval langs de damevleugel zou te traag zijn. Zwart dreigt een aanval op de koningsvleugel. Dit plan kan je echter verhinderen! 1.g4 (moeilijker voor zwart om ...f5 te spelen) 1...f5 (zwart speelt het dan toch) Zwart wil later na de rokade aanvallen op de damevleugel. Wit heeft lang gerokeerd. Wit gaat voor de aanval op de koningsvleugel. Wit wint uiteindelijk de kwaliteit en de partij. Wit is voor zijn eigen plan gegaan. Dit omdat hij later zelf een plan had. Besluit: Geen plan? => verhinder plan tegenstander Wel een plan? => voer dit uit Wat ivm verdediging? De aanval is het belangrijkste in het schaken. Je moet niet steeds van plan wijzigen. Je moet het plan herëvalueren na pionzet tegenstander. Indien de tegenstander geen pionzet doet, moet je jouw plan doorzetten. Na elke zet van je tegenstander moet je je echter wel steeds wat afvragen: wat is het plan van de tegenstander? Je moet dus denken aan jouw plan en aan dat van de tegenstander. Als je juist denkt komt de oplossing van het probleem automatisch. Wat als je het juiste plan niet vindt? 1) verhinder het plkan van jouw tegenstander 2) maak een plan in stabiele posities Wat doen we in gecompliceerde posities? 1) kijk voor tactiek 2) pas de algemene strategische principes toe
We hebben hier een tactische positie. Een plan maken heeft hier dus minder zin. We moeten dus varianten berekenen. 1...a6 2.Lxa8 Uiteindelijk verliest wit de dame. Tip 3: stel een plan op en realiseer het met een maximale volharding. Tip 4: als je geen goed plan vindt: stel onmiddellijk remise voor.
Wit is aan zet. Wat moeten we doen? Het is moeilijk om een plan te vinden. We kunnen dus veel tijd verliezen met een plan te vinden. Een veilige zet is aan te raden. Hierna stellen we dan remise voor. Verzwak jouw positie niet nodeloos!
Algemene tips van een grootmeester: 1) verhinder het plan van jouw tegenstander 2) oriënteer je op berekeningen en algemene strategische principes in gecompliceerde posities! 3) kies een plan en realiseer het met een maximale intensiteit 4) als je geen plan hebt: stel remise voor
Wat als jouw tegenstander geen tegenspel heeft? Bereid jouw plan eerst zorgvuldig voor. Doe je aanval dus zo goed mogelijk, overhaast je niet. Praktijkvoorbeeld 7: Zwart is aan zet. Wit heeft een zwakte op c3. Wit heeft geen tegenspel. Zwart moet de zwakte niet te snel aanvallen. Hij moet laveren, de trage stijl toepassen. 1) als je verschillende eenvoudige aanvallen uitvoert, kan alles in één keer in de juiste plooi vallen. 2) jouw tegenstander zal zich bovendien ongemakkelijk voelen => hierdoor heeft tegenstander grotere kans op blunders We bekijken even de partijvoortzetting. Zwart verbetert langzaam zijn positie. Hij voert geen directe dreigingen uit. Uiteindelijk wint zwart de f-pion. Laat je niet afleiden als jouw tegenstander een afleidingsmanoeuvre probeert. Denk na over planning tegenstander tijdens zijn/haar bedenktijd. Het heeft immers geen zin om te denken over varianten. Als de tegenstander immers een andere zet speelt zijn de varianten voor niks!
1) zoek een richting van de aanval 2) denk na over het centrum 3) vind zwaktes van de tegenstander 4) zoek de beste velden voor jouw stukken en val deze zwaktes aan
Je valt de tegenstander zijn koning aan om een positioneel voordeel te krijgen. Niet om hem mat te zetten! Voorbeeld: Wit is aan zet. Hij gaat voor een koningsanval. Zwart verdedigt zich goed. Mat zal dan niet meer lukken. Een geforceerde variant volgt. Probeer dus niet tegen eendert welke kost mat te realiseren. Een positioneel voordeel is soms het hoogste haalbare!
Oefen de aanbevelingen van de cursus. In de opening is het plan al gekend. Bestudeer daarom verschillende openingen. Speel op openingen om de verschillende plannen te kunnen spelen. => bestudeer verschillende posities => speel verschillende posities
1) een grootmeester realiseert zijn plan (of eendert welk plan) met een maximale volharding 2) als jouw tegenstander geen plan heeft, speel dan voorzichtig => bereidt jouw plan zo goed mogelijk voor 3) laat je niet afleiden door een grillige afleidingszet van jouw tegenstander
1) vermijdt plan van jouw tegenstander 2) oriënteer je op tactiek in gecompliceerde posities 3) kies eendert welk plan en realiseer het met volharding 4) als je echt geen plan hebt, stel dan remise voor
1) jouw plan moet maximaal concreet zijn 2) je moet jouw plan en plan tegenstander tegelijk kennen (=> controle!) 3) als je juist denkt, komt de verdedigingsoplossing automatisch 4) denk na over jouw plan in de tijd van jouw tegenstander 5) val de koning aan voor een positioneel voordeel
1) oefen de ideëen van deze cursus 2) studeer verschillende posities 3) speel verschillende openingen

© Schaken op school Oostende | mail ons |

Welkom op de website van Schaken op school Oostende.